Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zeiden wij tot mijn heer: Wij hebben een ouden vader, en een [25]jongeling [26]des ouderdoms, den kleinsten, wiens broeder dood is, en hij is alleen van zijn moeder overgebleven, en zijn vader heeft hem lief. 25. Verg. boven, hfdst.37 vs.3. Het woord Jeled betekent wel geheel zeer jonge kinderen, ja zelfs ook, die maar pas geboren zijn, gelijk boven, hfdst.21 vs.8; Ex.1:17, en Ex.2:8; maar het wordt ook gebruikt van redelijk bejaarden, als van Jozef, toen hij zeventien jaren oud was, boven, hfdst.37 vs.30; van al de kinderen van Jakob, toen Ruben omtrent veertien jaren oud was, boven hfdst.33 vs.1, en hier van Benjamin, toen hij omtrent vier en twintig jaren oud was. 26. Dat is, die in den ouderdom van den vader geboren is.